Doelstelling
Het kennis laten maken met een nieuwe sport en hen hier vaardiger in maken.
Materialenpakket
10 Bokshandschoenen
3 Stootkussens
Klik verder naar onze clinic via bovenstaande afbeelding of de button hieronder!
Veiligheidsreglement en technieken
Stootkussen vasthouden: Schuif met je arm in de twee onderste lussen. Met je andere hand pak je de bovenste lus vast. Houdt het kussen goed tegen je aan zodat je minder kracht hoeft te zetten gedurende de klappen. Bij een opstoot kantel je het kussen zodat er een schuine hoek ontstaat.
Bokshouding: Je staat met je voeten op schouderbreedte, waarbij een been voor de ander staat. Welke voet de achterste is, heeft te maken met welke hand het sterkst is van een deelnemer. Sla je met rechts het hardst (zal het meest voorkomen), dan staat je rechterbeen achter, anders je linker. Je handen zijn altijd voor je hoofd (dekking) met je ellebogen naar het lichaam gewezen.
De techniek van slaan bij boksen kun je onderverdelen in drie stoten: de jab, de hoek en de opstoot. De deelnemers gaan na een voorbeeld
De jab: de jab is een direct stoot. Op het moment van raken (van het stootkussen) probeer je er voor te zorgen dat je arm volledig gestrekt is. Bij het contact is je schouder voor je kin gedraaid en wijst de bovenkant van je vuist richting het plafond. Afhankelijk met welke hand je stoot, draait je lichaam mee met de beweging van je stoot. Als je met rechts slaat, draai je je heup en voet ook naar rechts om je lichaam zo lang mogelijk te maken. Met links vice versa. In het (kick)boksen spreekt men altijd van een voorhand en stoothand. Je voorhand is voorste hand in de bokshouding en je stoothand is je achterste (sterkste) hand. Als je twee stoten achter elkaar stoot, stoot je altijd eerst met je voorhand en vervolgens met je stoothand.
De hoek: bij de hoek maak je een beweging alsof je je arm om een paal/boom heen slaat. Je arm is gebogen, je vuist wijst naar het plafond en je schouder is weer voor je kin ter verdediging. Ook met de hoek draait je lichaam mee met de beweging van je stoot.
De opstoot: de opstoot komt vanuit beneden. Je laat je elleboog een klein stukje richting je heup zakken en slaat vervolgens met je vuist schuin omhoog (richting de tegenstander) tegen de stootzak. Bij deze stoot wijst de palm van je vuist naar je eigen lichaam. Maak de beweging zo kort mogelijk, aangezien je bij het moment van stoten geen dekking hebt aan de kant waar je vuist je kin verlaat. Ook met de opstoot draait je lichaam mee met de beweging van je stoot.
Voor meer technische aanwijzingen kun je kijken op: https://www.ptboxing.nl/single-post/boksen-techniek
​
Traptechnieken:
Knie-stoot: Je trekt je been omhoog, zodat je knie een punt wordt, dan doe je de knie naar voren, waardoor je automatisch iets achterover leunt. Tijdens iedere trap-techniek heb je je handen voor je hoofd als dekking.
De front-kick: bij de front-kick trek je de knie op en trap je uit, terwijl je iets naar achteren hangt (meestal om je tegenstander af te weren). Zo krijg je al je gewicht achter je voorwaartse trap. Tijdens het doen van een front-kick is het belangrijk om ook tegelijkertijd aan je verdediging te denken.
De low kick: Het is de bedoeling dat je goed indraait vanuit je heup, zodat je met je scheenbeen haaks op het dijbeen van je tegenstander raakt. Dit kan zowel met het linkerbeen als het rechterbeen.
Comentários