top of page
8[1].png

Doelstelling

Het kennis laten maken met een nieuwe sport en hen hier vaardiger in maken.

Materialenpakket

10 Basketballen

1 Basket

20 Pionnen 

5 Lintjes

1 Ballennet

4 Bakken

Spelregels basketbal 3 vs 3:

 

  1. Er wordt met drie spelers per team in het veld gespeeld in plaats van vijf.

  2. Er wordt gespeeld met één basket op een half basketbalveld.

  3. Er is geen driepunterlijn, maar een tweepunterlijn. Buiten de lijn scoor je twee punten en binnen de lijn één punt.

  4. Een wedstrijd duurt 10 minuten of eindigt wanneer een team 21 punten heeft gescoord. Worden de 21 punten niet binnen 10 minuten gehaald, dan wint het team met de meeste punten.

  5. Spelers hebben 12 seconden de tijd om te scoren of een scorings poging te doen in plaats van 24 seconden. Dit noemen we de shotklok.

  6. Er wordt gespeeld met bal die het formaat van een vrouwenbal heeft en het gewicht van een mannenbal.

  7. In tegenstelling tot 5 tegen 5 basketbal kent 3X3 alleen teamfouten en geen persoonlijke fouten.

 

 

Instructies pass-technieken:
 

  • Chest pass (korte afstanden):

  • Plaats de handen aan de zijkant van de bal en draag de bal op borsthoogte

  • Stap met 1 voet uit naar voren

  • Duw de bal weg richten de andere deelnemers en klap op het laatste moment de polsen naar de buitenzijde toe

  • De bal moet uit de handen zijn voordat het achterste been van de grond komt

  • Bounce pass (korte afstanden):

  • Plaats de handen aan de zijkant van de bal en draag de bal op borsthoogte

  • Stap met 1 voet uit naar voren in de speelrichting

  • Duw de bal weg richting de andere deelnemers en klap op het laatste moment de polsen naar de buitenzijde toe.

  •  Mik de bal richting de grond zodat deze eerst een stuit maakt voordat hij de andere deelnemer bereikt.

  • De bal moet uit de handen zijn voordat het achterste been van de grond komt

  • Overhead pass (langere afstanden/over een tegenstander heen):

  •  Houd de bal met 2 handen boven je hoofd

  •  Strek de armen en laat de polsen omklappen

  •  Wijs de bal na tot de ander hem vangt

 

Aandachtspunten lay-up en setshot.

 

  • Lay up:

  • Aan de uiteindelijke doelbeweging gaat een twee tellenritme (2TR) vooraf.

  • Na de laatste stuit wordt in de richting van de basket eerst de rechter en daarna de linkervoet geplaatst.

  • De richting en de lengte van de passen zijn afhankelijk van: voorwaartse snelheid en afstand ten opzichte van de basket.

  • Tijdens de gehele beweging wordt de bal goed vastgehouden (voor de borst) en beschermd.

  • De ogen zijn gericht op de ring en het kleine rechthoekje op het bord.

  • Door het plaatsen van het linkerbeen (is afzetbeen) en het absorberen van de snelheid wordt de voorwaartse impuls afgeremd en omgezet in verticale sprongkracht.

  • De sprong wordt ondersteund door de inzet van een gebogen rechterknie.

  • Door een goede timing van af- en inzet is de kans op een goede balans optimaal.

  • Tijdens deze handeling worden de armen maximaal gestrekt en wordt de linkerhand (= stuurhand) onder of aan de linkerkant van de bal geplaatst, terwijl de andere hand (= schothand) naar de achter/onderkant verschuift.

  • De vingers zijn gespreid over het oppervlak van de bal.

  • Op het hoogste punt van de sprong rolt de bal van de vingers van de schothand en volgt de polsklap (zwanenhals).

  • De landing vindt, met gebogen knieën en heupen, plaats onder de basket.

  • Set-shot:

  • Lichte schredestand, beide voeten staan recht naar het doel.

  • De bal wordt met de vingertoppen  vastgehouden aan de zij/onder/achterkant van de bal.

  • De elleboog van de schotarm wordt zoveel mogelijk onder de bal gebracht en wijst naar de ring

Les 1 
Leeftijd: 7 tot en met 12 jaar.

Doelstelling van de les
De deelnemers kunnen aan het einde van de clinic een bal op verschillende manier naar elkaar overspelen.

Materialen

1 basketbal per deelnemer

1 pion per deelnemer

2 baskets

Warming-up spel
Dribbeltikkertje: De deelnemers in twee groepen verdeeld, waarbij elke groep in een veld gaat staan. Alle leerlingen hebben een bal. Beide groepen hebben twee tikkers in het veld. Het doel voor de tikkers is om de rest van de leerlingen zo snel mogelijk af te tikken. De rest van de leerlingen probeert natuurlijk zo lang mogelijk niet getikt te worden. Het spel is afgelopen wanneer alle leerlingen zijn getikt. Na maximaal 4 minuten worden er nieuwe tikkers gekozen.

Differentiaties

  • Een extra tikker in het veld brengen.

  • Een wedstrijdelement creëren door aan te geven dat het tweetal dat alle leerlingen het snelst heeft getikt gewonnen heeft.

  • De tikkers zonder bal laten tikken, waardoor het makkelijker voor hen wordt.

  • Het veld groter of kleiner maken om het moeilijker of makkelijker te maken voor de tikkers.

  • Er zijn geen tikkers. Alle leerlingen hebben een bal en proberen al dribbelend elkaars bal weg te tikken. Wanneer jouw bal wordt afgepakt ben je af.

Plattegrond

Afbeeldingen Basketbal.png

Leskern

Stap 1

De leerlingen staan in tweetallen ongeveer 6 meter tegenover elkaar waarbij één leerling een bal heeft. De bal wordt naar elkaar toe gepasst, steeds met een andere pass. De opbouw van het passen is:

  • Chestpass

  • Bounce pass

  • Overhead pass

​

​

Stap 2 Kringbal  De leerlingen worden verdeeld in twee teams. Er wordt een grote cirkel gemaakt waarbij de leerlingen steeds als team om de beurt gaan staan. Beide teams hebben een bal die door twee leerlingen die tegenover elkaar staan worden vastgehouden. Bij het startsein wordt de bal rond gepasst met de pass die van tevoren is aangegeven. Het doel is om als team het andere team met de bal in te halen. Wanneer je als team het andere team inhaalt, heb je als team gewonnen.

Regels en aandachtspunten

 

Regels:

  • Houdt voldoende afstand tot degene naast je

  • Houdt je aan de commando’s van de instructeur

  • Slingerworp of bovenhandse strekworp = minuut aan de kant

 

Aandachtspunten:

  • Probeer je voeten op schouderbreedte te plaatsen en je knieën licht gebogen te houden.

  • Maak met je vingers een driehoekje en houd je duimen achter de bal. Zo glipt de bal moeilijker tussen je handen door.

  • Wijs na het passen beide handpalmen naar buiten.

  • Probeer de bal vanaf de navel te passen en hem te laten stuiteren op ongeveer 2/3 van de passafstand (bounce pass).

  • Klap je polsen krachtig bij het passen. Het is geen voetbalinworp (overhead pass).

Differentiatie en plattegrond

  • De leerlingen in drietallen naar elkaar over laten passen.

  • Wanneer er bij kringbal wordt gefloten draait de richting van het passen. Zo kan je na een voorsprong ineens achter komen te staan.

  • De leerlingen moeten zo snel mogelijk twintig keer naar elkaar overpassen. Het tweetal dat dit het snelst doet heeft gewonnen.

Afbeeldingen Basketbal (1).png

Eindspel (uitleg activiteit)

Basketbal met overtalsituatie: Er wordt 5 vs 3 gespeeld op 1 basket. De aanvallers krijgen 12 seconden de tijd om tot scoren of een scoringskans te komen. Als dit lukt, blijven de verdedigers staan.Lukt dit niet dan wordt er doorgedraaid en wisselen 3 verdedigers met aanvallers of deelnemers die staan te wachten langs de kant.

​

plattegrond en differentiaties

Differentiaties:

  • De verhouding aanvallers/verdedigers kleiner maken (moeilijker) of groter (makkelijker)

  • De tijd tot scoren kleiner (moeilijker )of groter (makkelijker) maken.

  • Spelen met second dribble.

  • Aanvallers 5 kansen geven en bijhouden hoe vaak er gescoord wordt (wedstrijd)

Afbeeldingen Basketbal (2).png
Les 1

Les 2 

Doelstelling van de les
Aan het einde van de les kunnen de deelnemers de manieren van scoren toepassen in een wedstrijd 3 vs 3

Materialen

1 basketbal per leerling

Lintjes

Minimaal 2 baskets

Minimaal 7 pionnen

​

Warming-up spel
Tikkers proberen iedereen al dribbelend te tikken. Ben je getikt, houdt dan de bal boven je hoofd. Andere dribbelaars kunnen getikte dribbelaars bevrijden door tegenover een getikte dribbelaar te gaan staan. Geef tegelijkertijd 3 chest- en bounce passes. De getikte geeft de chestpass, de bevrijder een bounce pass. Tijdens het bevrijden kunnen de spelers niet getikt worden.

 

Differentiaties

  • De tikkers de opdracht geven om binnen een bepaalde tijd zoveel mogelijk deelnemers af te tikken.

  • Een andere pass hanteren voor degene die af zijn.

  • Het tikveld groter of kleiner maken.

Plattegrond

Afbeeldingen Basketbal.png

Leskern

De situatie voor lay-up en set-shot worden onder twee baskets klaar gezet. De deelnemers sluiten om beurten bij beide  situaties aan.

  • Lay-up: Leerlingen dribbelen vanuit pion met een bocht naar de basket, hierbij maken ze een lay-up vanaf de volgende pylon bij de basket. De rechtshandige gaan aan de rechterkant staan en de linkshandige links.

  • Set- shot:  Leerlingen gaan set-shot oefenen. Om de beurt gaan ze gooien. Wanneer dit goed gaat wedstrijdje van maken.

Regels en aandachtspunten

Regels:

  • De volgende mag als degene voor je veilig met de bal onder het bord vandaan is.

  • De volgorde (lay up); eerst iedereen links van het bord, vervolgens degene rechts van het bord.

  • Als je in de rij staat, heb je je bal vast.

 

Kijk voor de aandachtspunten voor de lay-up en set shot op de eerste pagina.

Differentiatie en plattegrond

  • De lay-up en set-shot los van elkaar behandelen.

  • Binnen een bepaalde tijd zo vaak mogelijk scoren, kijken wie wint.

  • Wedstrijd van maken, links een team en rechts een team. Welk team scoort het vaakst?

  • Aanloop langer maken, of vanuit een pass de lay-up doen.

Afbeeldingen Basketbal (3).png

Eindspel (uitleg activiteit)

Basketbal op 1 korf met recht van aanval. Er wordt 3 vs 3 gespeeld. Beide teams proberen te scoren op dezelfde basket. Als de verdedigende partij de bal onderschept, moeten zij deze eerste buiten een afgesproken lijn dribbelen voordat zij een aanval mogen starten (recht van aanval)

​

plattegrond en differentiaties

Differentiaties:

  • Teams groter maken; 4 vs 4 of 5 vs 5

  • Spelen zonder recht van aanval

  • Spelen met seconde dribbel

  • Spelen op 2 baskets (heel veld)

  • Veld groter/kleiner maken

Afbeeldingen Basketbal (4).png

Les 3 

Doelstelling van de les
De deelnemers kunnen aan het einde van de clinic verschillende technieken van aanvallen, passen en scoren toepassen in een 5 vs 5 partij op 2 baskets.

Materialen

6 pionnen per 4 deelnemers

1 basketbal per 4 deelnemers

1 basketbalveld

lintjes

​

Warming-up spel
Dribbelestafette; De deelnemers hebben bij deze wedstrijdvorm het doel om zo snel mogelijk dribbelend naar de overkant te komen door het parcours af te leggen en vervolgens langs het parcours terug te dribbelen naar de beginlijn.

Differentiaties

  • Verschillende parcours uitzetten.

  • Deelnemer opnieuw laten beginnen als hij een obstakel raakt met de bal.

  • Obstakels dichter bij elkaar zetten.n

  • Meer (en moeilijkere) obstakels neerzetten.

Plattegrond

Afbeeldingen Basketbal (5).png

Leskern (uitleg activiteit)Basketbal op 1 korf met recht van aanval. Er wordt 3 vs 3 gespeeld. Beide teams proberen te scoren op dezelfde basket. Als de verdedigende partij de bal onderschept, moeten zij deze eerste buiten een afgesproken lijn dribbelen voordat zij een aanval mogen starten (recht van aanval). De aandacht komt i.t.t. vorige les te liggen op de "second-dribbel"-regel.
 

Regels en aandachtspunten

Regels:

  • Na het onderscheppen van de bal moet je het recht van aanval halen.

  • Second dribbel is verboden.

  • De bal mag niet uit de handen geslagen of gepakt worden.

  • Kijk voor meer regels naar de eerste pagina van het document.
     

Aandachtspunten:

  • Probeer snel over te spelen, niet te lang met de bal in je handen blijven staan (ook na een dribbel).

  • Verdeel je energie over de gehele wedstrijd.

  • Geef het aan als je pijn hebt.

  • Schiet op de basket als je de kans hebt.

Differentiaties en plattegrond

Differentiaties:

  • Teams groter maken; 4 vs 4 of 5 vs 5

  • Spelen zonder recht van aanval

  • Spelen met seconde dribbel

  • Spelen op 2 baskets (heel veld)

  • Veld groter/kleiner maken

Afbeeldingen Basketbal (4).png

Eindspel (uitleg activiteit)

Basketbal; 5 vs 5 op 2 baskets (heel veld).

​

plattegrond en differentiaties

Differentiaties:

  • Speel 6 vs 6.

  • Speel met een kameleon.

  • Er moet een x aantal keer worden overgespeeld voordat je mag scoren.

  • Je moet binnen een x seconden een doelpoging hebben gedaan, anders krijgt de tegenstander de bal.

Afbeeldingen Basketbal (6).png
Les 3
Les 2
Afbeeldingen Basketbal (1).png

Les 4: 

Doelstelling van de les
Deelnemers hebben aan het einde van de clinic ervaren hoe het is om met spanning en emotie om te gaan die komen kijken bij het spelen van een toernooi

Materialen

Minimaal 1 basketbalveld

Lintjes

​

Leskern (uitleg activiteit)

Maak 4 teams van elk minimaal 3 spelers. De deelnemers gaan een toernooi tegen elkaar spelen op 1 basket. Ze spelen elk 3 wedstrijden circa 10 minuten. Aan het einde van de clinic wordt een winnaar aangewezen.

Regels en aandachtspunten

Regels:

  • Na het onderscheppen van de bal moet je het recht van aanval halen.

  • Second dribbel is verboden.

  • De bal mag niet uit de handen geslagen of gepakt worden.

  • Kijk voor meer regels naar de eerste pagina van het document.

 

Aandachtspunten:

  • Probeer snel over te spelen, niet te lang met de bal in je handen blijven staan (ook na een dribbel).

  • Verdeel je energie over de gehele wedstrijd.

  • Geef het aan als je pijn hebt.

  • Schiet op de basket als je de kans hebt.

Differentiaties en plattegrond

  • Differentiaties:

  • Speel een toernooi 5 tegen 5 op heel veld.

  • spelen met een wisselspeler.

  • veld groter/kleiner maken.

Afbeeldingen Basketbal (4).png

Voorbeeld toernooischema

Afbeeldingen Basketbal (7).png
Les 4

Terug naar les ...

Kinderen die Voetbal spelen

Vragen of opmerkingen? Neem contact op met Bernd!

Ludios

Sport, Spel & Groei

Het platform voor een passend sport en spel aanbod

bottom of page